Waarom dit project?

Overheden in ontwikkelingslanden besteden nauwelijks aandacht aan kleuteronderwijs. De focus is gericht op de lagere school, omdat landen analfabetisme willen terugdringen. Vergeleken bij het budget wat ontwikkelingsorganisaties beschikbaar stellen voor alfabetisering, gaat slechts 2% naar onderwijs voor kinderen tussen de 3 en 5 jaar oud. In ontwikkelingslanden volgt slechts 36% van alle kinderen kleuteronderwijs.

Kinderen die opgroeien in arme gezinnen of in afgelegen gebieden hebben vaak minder kans op goed onderwijs en dat houdt sociale en economische ongelijkheden in stand. Goed kleuteronderwijs kan deze cirkel doorbreken door deze kinderen vanaf jonge leeftijd kansen te bieden. Onderzoek heeft uitgewezen dat het effect van onderwijs op kinderen van 3 tot 6 jaar hoog is, zelfs hoger dan bij andere onderwijsinitiatieven. Kinderen die regelmatig kleuteronderwijs volgen, aanzienlijk meer kans maken om het lager en het middelbaar onderwijs succesvol te doorlopen. Hoe hoger de deelname aan kleuteronderwijs is, hoe meer kinderen ingeschreven worden voor de basisschool en de lagere school ook afmaken, en hoe minder kinderen een jaar moeten overdoen.

Voor het zesde levensjaar wordt de basis van veel cognitieve, sociale en emotionele capaciteiten al gelegd. Kleuteronderwijs speelt hierbij een belangrijke rol. Door spelenderwijs met elkaar te leren, ontwikkelen kinderen hun zelfstandigheid en concentratievermogen, ze leren te functioneren in een groep en het taalvermogen wordt ontwikkeld. Kinderen komen in aanraking met cijfers en letters, wat een belangrijke basis vormt om straks te kunnen leren lezen en schrijven en rekenen. Vooral voor kinderen met een achterstand maakt kleuteronderwijs het verschil.

Onderwijs en opvang voor kleuters heeft daarnaast positieve gevolgen voor het hele gezin. Oudere kinderen hoeven zich niet over hun jongere broers of zussen te ontfermen en moeders hebben hun handen vrij voor inkomen genererende werkzaamheden. Daarnaast is het belangrijk dat het naar school gaan een vast onderdeel wordt van de gezinsroutine.

Het SAKO Pre-school project

Het Pre-school project van Stichting SAKO wordt uitgevoerd door twee partnerorganisaties. Het Pre-school programma van partnerorganisatie Aloshikha bestaat uit 41 kleuterscholen. Dit programma voorziet jaarlijks 1230 kinderen in de leeftijd van 3 tot 6 jaar van goed kleuteronderwijs. Het Pre-school project van partnerorganisatie BVDO runt 25 scholen, bestaande uit 1 of 2 klaslokalen en geeft jaarlijks aan 750 kinderen kleuteronderwijs. Spelenderwijs worden kinderen basisvaardigheden aangeleerd en worden ze voorbereid op de lagere school. De scholen van BVDO bevinden zich allemaal in afgelegen gebieden op het platteland, in dorpen waar tot nu toe geen onderwijsmogelijk-heden voor kinderen waren. Jaarlijks terugkerende overstromingen maken dit gebied moeilijk begaanbaar. Dorpen zijn gemiddeld vier maanden per jaar omringd door water en zijn slechts per boot bereikbaar. Daarom is het zo belangrijk dat er onderwijs in de dorpen zelf beschikbaar is voor de kleinste kinderen.

BVDO en Aloshikha bieden beiden een totaalpakket: alle leerlingen krijgen hun een eigen uniform en iedere school is uitgerust met voldoende leermaterialen. Waar mogelijk hebben scholen hun eigen toilet en waterpomp. Kinderen maken spelenderwijs kennis met cijfers en letters. Er is veel aandacht voor spel, creativiteit, zang en dans. Daarnaast krijgen de kinderen vier keer per week een goede maaltijd. Er wordt aandacht besteed aan gezondheid en hygiëne en de kinderen ontvangen twee maal per jaar controle van een schoolarts. De belangrijkste feestdagen worden gezamenlijk gevierd, en eenmaal per jaar wordt er een sport- en spel dag georganiseerd. 

Betrokkenheid van de gemeenschap

Stichting SAKO en haar partnerorganisaties vinden het van groot belang dat ouders betrokken zijn, en dat het project door de gemeenschap gedragen wordt. Aan ouders wordt een kleine bijdrage gevraagd van 5 a 10 Taka per maand (6 -12 eurocent), om de waarde van betrokkenheid en wederkerigheid te benadrukken. De oprichting van een school vindt alleen plaats wanneer het dorp zelf bijdraagt. Wanneer mogelijk, zal de gemeenschap zelf de locatie van de school beschikbaar stellen. Dat betekent dat er altijd heel klein begonnen wordt, bijvoorbeeld doordat iemand zijn huis of veranda in de ochtend beschikbaar stelt voor de klas. Daarnaast wordt er een school comité gevormd, bestaande uit de leraar, ouders en dorpsoudsten en een medewerker van de partnerorganisatie. Wanneer deze structuur goed functioneert en er voldoende medewerking en verantwoordelijkheid wordt genomen, gaat SAKO op zoek naar fondsen om een vaster onderkomen te creëren voor de school.

Het land waarop de scholen zijn gebouwd is ter beschikking gesteld door iemand uit het dorp, die vaak ook zitting heeft in het school comité. Gezamenlijk wordt de verantwoordelijkheid voor het dagelijks reilen en zeilen van de school gedragen. Nieuwe kinderen worden aangedragen en in het geval dat kinderen voor langere tijd afwezig zijn, zorgt het comité dat er een huisbezoek wordt gedaan. Ook worden er ouderavonden en algemene voorlichtingsavonden georganiseerd. Zowel BVDO als Aloshikha onderhouden goed contact met de lokale overheid en alle lagere scholen in hun werkgebied. Zij streven naar een goede aansluiting, zodat ouders en kinderen de overgang van kleuteronderwijs naar de publieke basisschool begeleid kunnen maken. 

Lerarencompetentie

Partnerorganisaties Aloshikha en BVDO besteden veel aandacht aan de kwaliteit van het onderwijs. De onderwijsvaardigheid van de leraren is hierin van wezenlijk belang. Maandelijks is er een lerarenbijeenkomst waarin gezamenlijk nagedacht wordt over onderwijsmethoden, en verschillende cases worden besproken. Daarnaast wordt iedere Pre-school tweemaal per maand bezocht door een gekwalificeerde onderwijzer die de leraren ter plaatse ondersteunt. Tot slot zijn er in de afgelopen jaren door een aantal Nederlandse docenten workshops georganiseerd op het gebied van handvaardigheid, tekenen en lichamelijke opvoeding. Een mooie uitkomst van deze vrijwillige initiatieven vanuit Nederland is de jaarlijks terugkerende sportdag voor de kinderen in het Pre-school project.